Overgangsnormen
LEERJAAR 3 MAVO
De leerling kan met deze leerweg doorstromen naar niveau 4 van het MBO.
Een MAVO leerling die door wil stromen naar de HAVO, moet geslaagd zijn voor het eindexamen met een extra vak naast de vakken die gezamenlijk het eindexamen vormen.
Uw zoon/dochter krijgt dit schooljaar 3 keer een examendossier mee naar huis. Op dit dossier worden de volgende zaken getoond:
- Leerresultaten door middel van cijfers: op het dossier staan alle behaalde cijfers uit leerjaar 3. Op basis van deze cijfers wordt het voorlopig schoolexamencijfer (SE cijfer) berekend
- Vaardigheden en de inzet en betrokkenheid bij het vak Bewegen en Sport door middel van een beoordeling: goed (g), voldoende (v) of onvoldoende (o). Deze beoordeling zal zichtbaar zijn op een bijlage bij het examendossier.
Hoe komen de cijfers tot stand
Voor alle vakken worden cijfers met een weging gegeven volgens het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het rekenkundig (gewogen) gemiddelde van deze cijfers vormt het voorlopige SE cijfer voor het betreffende vak.
Betekenis van de cijfers
Een PTA cijfer van 5,5 of hoger is voldoende
Een PTA cijfer van 5,49 of lager is onvoldoende
Rond rapport 1 en 2 wordt een ouderavond georganiseerd waarop u met de lob coach en/of met één of meerdere vakdocenten kunt spreken.
Toelating tot leerjaar 4 MAVO
In principe gaan we uit van een ononderbroken eindexamenroute in leerjaar 3 en 4.
Aan het eind van leerjaar 3 wordt beoordeeld of een leerling er voldoende goed voorstaat om aan het programma van leerjaar 4 te starten. Er wordt een advies opgesteld met betrekking tot haalbaarheid diplomering waarbij de eisen voor diplomering uitgangspunt zijn.
Een leerling krijgt een overgangsbewijs als:
- Voor de vakken maximaal 2 keer een 5 of 1 keer een 4 is behaald;
- In het geval van twee onvoldoendes staat er tenminste 1 compensatiepunt (6,5 of hoger) tegenover;
Bij onvoldoende resultaten voor Kunstvakken 1, Bewegen en Sport, loopbaan oriëntatie en begeleiding en/of de stage gaat een leerling voorwaardelijk over en wordt een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld.
De overgangsbepalingen
Meting van vorderingen binnen vakken heeft tot doel elke leerling in zijn schoolloopbaan succesvol naar de juiste afsluiting te begeleiden en de kans op dat succes zo groot mogelijk te maken.
- De prestaties van alle vakken spelen elk jaar een rol bij de overgang.
- De overgangsbepalingen worden toegepast op de voorlopige SE cijfers.
- Als de leerling niet binnen zijn leerweg kan overgaan, kan de opleidingsdirectie op advies van de overgangsvergadering besluiten tot plaatsing in een andere leerweg, een leerling laten doubleren of een leerling voorwaardelijk over laten gaan. Het advies van de overgangsvergadering is gebaseerd op behaalde resultaten en het
OPP (Ontwikkel Perspectief Plan) van een leerling.
- Beschreven handelingsdelen moeten naar behoren zijn afgesloten in het leerjaar waarin ze staan gepland.
- De opleidingsdirectie is eindverantwoordelijk bij overgangsbeslissingen.
- In bijzondere gevallen kan de directie op voordracht van de overgangsvergadering anders dan op grond van cijfers besluiten.
- Bij de bepaling van het aantal onvoldoendes telt een 5 één keer, een 4 twee keer en
een 3 of minder drie keer mee.